Zanotta

Emilio Ambasz schreef in 1988 dat de geschiedenis van het Italiaans ontwerp “niet geschreven kon worden zonder te verwijzen naar de bijdrage van Zanotta’s ”

Aurelio Zanotta stichtte in 1954 Zanotta in Nova Milanese, Italie. In de vroege jaren produceerde het bedrijf meestal banken en Fauteuils die nooit in de design geschiedenisboeken hebben gehaald. In de jaren zestig begon Zanotta echter met de meest conceptueel gedreven ontwerpers van die tijd- de Castiglioni-broers, Joe Colombo en Ettore Sottsass – en tegen het einde van het decennium heeft Zanotta een van de meest iconische designwerelden opgebouwd.

Onder de opmerkelijke ontwerpen van Zanotta uit dit gamechainging tijdperk is de met plastic bedekte weggooide stoel van Willie Landels (1965); De interlocking Karelia Lounge door Liisi Beckmann (1966); De opblaasbare stoel door Jonathan De Pas, Donato D’Urbino, Paolo Lomazzi en Carla Scolari (1967); De geprefabriceerde draagbare woonruimte Guscio Hut van Roberto Menghi (1968); De beanbag-achtige Sacco Lounge door Paolini, Gatti, en Teodoro (1968) en de poster kind voor de radicale ontwerpbeweging, de Quaderna Console van Superstudio (1971).

In de jaren zeventig begon Zanotta de ontwerpgeschiedenis te herschrijven voor belangrijke, vernieuwende werken die niet langer in productie waren.

Het eerste project was de Mezzadro Stool van Castiglioni, die in 1957 werd ontworpen, geïnspireerd door Marcel Duchamp’s concept van “ready-mades”, maar werd nooit in grote hoeveelheden gemaakt. Enthousiast door het succes van deze heruitgave volgde Zanotta met meer uitvoeirngen, zoals bijvoorbeeld de Italiaanse rationalistische architect Giuseppe Terragni’s Follia Chair (1934); Italiaanse ontwerper Marco Zanuso’s Maggiolina Lounge Chair (1947); En de Zwitserse architect Max Bill’s Sgabillo Stoel (1952). Zanotta zou ook hele zeldzame ontwerpen door de Italiaanse ontwerper Carlo Mollino gaan uitvoeren.

In de jaren 80 begon Aurelio Zanotta Zabro (Zanotta Brothers) met Alessandro Mendini en Studio Alchimia. Deze experimentele workshop was gericht op het behoud van het Italiaanse ambachtelijke erfgoed tijdens het verkennen van nieuwe designtalen.
Dit leidde tot het creëren van niet-classificeerbare hybride voorwerpen zoals Mendini’s Zabro Table / Chair (1984), die men van een soort troon in een eettafel kon omzetten. Zanotta lanceerde in 1989 Zanotta Edizioni om te reageren op een meer selectieve collectormarkt. Onder deze beperkte edities zijn Bruno Munari’s Zanger Chair Object (1945), Mendini’s Colomobio Chest Drawers (1985/88) en Joe Tilson’s Alchera Chest (1992).

Vandaag de dag bijft Zanotta veel van zijn design klassiekers samen met nieuwe hedendaagse ontwerpen produceren. Het bedrijf heeft daarnaast meer dan 200 stuks in de vaste collecties van de meest prestigieuze musea, zoals het Musée des Arts Décoratifs in Parijs, de Victoria & Albert in Londen, het Triennale Design Museum in Milaan en het Vitra Design Museum in Weil am Rhein.