Artifort

Behanger en stoffeerder Jules Wagemans (1866-1943) legde de basis voor het Nederlandse fabricagemerk Artifort toen hij in 1890 zijn op maat gemaakte meubilair atelier H. Wagemans & Van Tuinen opende.

In 1920 bouwde zijn zoon Henricus Wagemans (1892-1948) ) verder aan het bedrijf en nam hij het roer over. Hij richtte het bedrijf op de productie van solide, goed vervaardigde, gestoffeerde fauteuils en andere zitplaatsen in traditionele stijlen. In 1927 veranderde Henricus de naam van de firma Artifort, die hij afkomstig was van de Latijnse woorden, “art,” die “kunst” en “fortis” betekent “kracht”.
Wagemans nam het bedrijf mee op een traject naar een steeds meer progressieve ontwerpbenadering en in het begin van de jaren dertig verwierf Artifort een octrooi voor “Epeda” enkelstaal-draadveren, die al in matrassen en autostoelen was gebruikt, maar nooit eerder in huishoudelijke meubels. Door deze innovatie kon Artifort in minder tijd en met minder materialen comfortabele stoelen en banken produceren.

In 1939 werd de Nederlandse ontwerper Theo Ruth (1915-1971) ontwerper wat hij tot zijn dood in 1971 bleef. Hij bleef systematisch werken aan het opzetten van Artifort als een van de meest designbewuste bedrijven van de 20ste eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog, onder leiding van Henricus’s zoon H. J. J. (Harry) Wagemans (1921) verwierf Artifort een hogedrukgietmachine, waardoor veel meer minimalistische, maar kussende ontwerpen mogelijk waren. Vroege voorbeelden van deze minimalistische stijl zijn Ruth’s Congo Chair (1952) en Penguin Chair (1953).

Artifort’s handtekening van levendige en biomorfe esthetiek bloeide volledig toen de Nederlandse ontwerper Kho Liang Ie (1927-1975) als ontwerper bij Artifort begon in 1958. Naast het ontwerpen van een aantal iconische stukken voor Artifort initieerde Kho belangrijke samenwerkingen met buitenlandse ontwerpers, waarvan vooral de Franse ontwerper Pierre Paulin (1927-2009) en de Britse ontwerper Geoffrey Harcourt (1935) bekende namen zijn.De Space-age ontwerpen piekten in de jaren 1960 en 1970, en hiermee vond Artifort ook internationaal succes, vooral met Paulin’s kleurrijke, jersey-bedekte “zitculpturen”, zoals Orange Slice Chair (1960), Model 560 Champignon Chair (1963), Model 582 Ribbon Chair (1966), en Model 577 Tong Chair (1966-7).

Sinds de jaren zeventig hebben verschillende designers samengewerkt met Artifort, waaronder Gijs Bakker, Jasper Morrison, René Holten, Patrick Norguet en Chodi Feiz.

Artifortstukken zijn opgenomen in het Museum voor Moderne Kunst in New York, het Victoria & Albert Museum in Londen, het Musée des Arts Décoratifs en Centre Pompidou in Parijs en het Design Museum Vitra in Weil am Rhein.

In 1998 kocht de Lande Groep in Schijndel Artifort van de familie Wagemans, waarin nieuwe fabrieken in Schijndel en Lanaken in België werden geopend. Het bedrijf heeft zijn 125 jarig bestaan ​​in 2015 gevierd.

Artifort Logo Bureau Baantjer